Sinds Atomic Heart voor het eerst werd geïntroduceerd in 2017, hebben vele gamers reikhalzend uitgekeken naar de game. Nu, na 6 jaar wachten, is de titel van ontwikkelaar Mundfish eindelijk verkrijgbaar. Met een unieke spelwereld en gameplay die sterk doet denken aan titels als Bioshock en Wolfenstein probeert Atomic Heart hoge ogen te gooien, maar of het deze titels werkelijk weet te evenaren of zelfs te overtreffen lees je in de onderstaande review.
Het grootste verkoopargument van de game is absoluut de spelwereld die de ontwikkelaar Mundfish voor de game heeft neergezet. Atomic Heart speelt zich af in een alternatieve tijdlijn net na de Tweede Wereldoorlog. In de Sovjet-Unie werd met de hulp van de briljante wetenschapper Dmitry Sechenov een enorme technologische vooruitgang geboekt met de ontdekking van het zogenaamde polymeer. Dit heeft gezorgd voor onder andere neurale implantaten, kunstmatige intelligenties en enorme legers robots die allemaal worden bestuurd door een neuraal netwerk dat ‘collectief’ wordt genoemd.
In feite voelt het in de eerste paar minuten van het spel aan alsof je midden in een utopie bent beland. Het spel begint in de straten op de in de lucht zwevende stad Chelomei, waar een enorm feest wordt gevierd. Dit segment deed mij al sterk denken aan Bioshock Infinite, en dat bedoel ik op een positieve manier.
Aanleiding voor dit feest is de lancering van de nieuwe versie van het neurale netwerk “Collective 2.0”. In dit geval zouden mensen en robots samen moeten leven in een soort van ‘cloud’, wat vrijwel een soort van 24/7 internet in je hoofd moet zijn. De vreugde is echter niet van lange duur, want wanneer je op weg bent naar Research Area 3826, beginnen de robots “collectief” een opstand om de mensheid uit te roeien. Na een onaangename aankomst op het onderzoeksgebied is het aan ons om uit te zoeken hoe deze opstand van de machines tot stand is gekomen en hoe we deze kunnen stoppen.
Daar zat potentie in!
Na het dramatische openingssegment, waarin je letterlijk uit de lucht valt en landt in gebied 3826, mag je eindelijk van start en kan je de prachtige open wereld induiken die Atomic Heart kent. In ieder geval dat zou je denken, want in de praktijk is dat helaas niet het geval. Integendeel, de eerste ongeveer 3 uur van het spel zal je doorbrengen in de gangen van het Vavilov Complex, een ondergrondse onderzoeksfaciliteit in Research Area 3826.
In feite breng je een aanzienlijk deel van het spel door in precies zulke faciliteiten, welke allemaal op elkaar lijkende gangen kennen, de meeste grijs op grijs. Toch zijn er binnen de muren van deze onderzoeksfaciliteiten toch wel wat spannende momenten te beleven, zoals bijvoorbeeld de gevechten tegen enorme, gemuteerde planten of magneetpuzzels die je moet oplossen met behulp van Charles, je AI-handschoen.
Desondanks voelt de open wereld, als je daar eenmaal aankomt, een beetje levenloos en leeg aan ondanks het feit dat het gevuld is met vele robotvijanden, mutanten en andere bedreigingen. Er zijn wel wat dingen te doen, maar het is zeker niet heel erg bijzonder te noemen. De enige echte highlights van de gamewereld zijn de acht verschillende “teststations” die je kunt vinden. Er zijn puzzels en parcoursecties die een beetje aan de Portal-franchise doen denken. Het enige probleem is dat als je deze eenmaal hebt gevonden en naar binnen gaat, je opnieuw geconfronteerd wordt met een ondergrondse bunker vol donkere gangen. Zo wordt de gamewereld, die eigenlijk heel mooi is, meer een soort middel om een doel te bereiken, zonder dat het werkelijk een eigen functie heeft. Je waant jezelf hier alleen om van de ene missie naar de andere te gaan, en thats it…
Nechayev heeft lef!
In Atomic Heart verken je de wereld als majoor Sergei Nechayev, ook bekend als P-3. Hij is een KGB-agent die op weg was om de maker achter de robots en The Collective, Dmitri Sechenov, te ontmoeten. Nu is het zijn taak om erachter te komen waarom de robots zijn doorgedraaid en wie dit op zijn geweten heeft.
Hoewel onze KGB-agent goed is in het doden van robots, mist hij behoorlijk wat persoonlijkheid. Zijn manier van klagen over alles en iedereen, maken hem tot een zeer onsympathieke hoofdrolspeler die je bijna doet denken aan de slechtste kant van Duke Nukem. Daarnaast moet ik zeggen dat ik de Engelse voice-acting echt tenenkrommend slecht vond, hoewel dit makkelijk op te lossen is door dit in te stellen op de Russische taal (wat de game ook gelijk een betere authentieke feel geeft). Hoewel het verhaal van de game min of meer zijn gedrag verklaart, verandert dat niets aan het feit dat zijn gedrag na een tijdje gewoon op je zenuwen gaat werken.
Tegenpolen trekken elkaar aan
Wat wel een beetje balans brengt zijn de interacties met je pratende handschoen. De pratende AI-handschoen, genaamd Charles, is schijnbaar de tegenhanger van P-3. Charles blijft in alle situaties rustig, denkt logisch na in plaats van dat hij emotioneel reageert. Al met al geen combinatie die het wiel opnieuw uitvindt, maar het zorgt toch voor een prettige afwisseling en vermaak in de conversaties tijdens de gameplay.
Maar Charles is niet alleen goed voor de diverse vermakelijke dialogen, ook in de strijd heeft de handschoen veel te bieden. Van telekinese tot een exploderend schild, je hebt de mogelijkheid om je tegenstanders te belagen met een breed scala aan vaardigheden waarmee je Charles kunt uitbreiden. Je krijgt de vaardigheden door de loop van de game heen door een van de weinige “vriendelijke” robots in het spel te ontmoeten. Als je interactie hebt met “NORA”, kun je je vaardigheden verbeteren en ook wapens bouwen en upgraden.
Wat ook best tof is, is dat je je vaardigheidspunten en je materialen keer op keer kunt resetten en anders kunt verdelen. Dat betekent dat je zoveel kunt experimenteren als je wilt. Dat geeft je als speler veel vrijheid. Omdat je in Atomic Heart meerdere vaardigheden en wapens tegelijk kunt gebruiken, is het leuk om te zien dat de ontwikkelaars je echt de mogelijkheid geven om je eigen unieke build te maken.
Goed gevoel
Zodra je de juiste wapens en vaardigheden hebt gekozen, ben je klaar om de strijd aan te gaan. Dit doe je in een stijl die erg aan Bioshock doet denken. Dus je hebt je wapen in je rechterhand en je trouwe handschoen in je linkerhand. Het uitvoeren van combo’s met beide heeft iets tofs. Een vijand bevriezen en vervolgens in duizend stukken slaan met een machtige melee-stoot of een schot uit je jachtgeweer geeft best wel een goed gevoel.
Helaas slaagt het combatsysteem er niet in om dit gevoel op de lange termijn vast te houden. Vuurwapens zijn nog steeds de beste manier om vijanden te verslaan, ze voelen goed aan en hebben veel kracht, maar munitie is niet in overvloed en je dient hier spaarzaam mee om te gaan. Hoewel dit gegeven niet op een survivalhorror-niveau zit, kom je zo af en toe toch zonder munitie te zitten tijdens je avontuur.
Het is goed dat er een heel arsenaal aan wapens te vinden is, toch voelt het niet allemaal even goed aan. Een van de grootste problemen is dat melee-aanvallen moeilijk zijn uit te voeren in first-person. Hoewel het melee-systeem van Atomic Heart op zich best tof is uitgewerkt, zouden een paar verbeteringen welkom geweest zijn. Zo zijn er bijvoorbeeld snelbewegende robots, die in de game keer op keer massaal opduiken, waarbij een lock-on optie best wel handig was geweest.
Happy End?
Op het eerste gezicht lijkt het verhaal van Atomic Heart heel simpel. Robots worden gek en jij moet deze zien te stoppen. Achter de simplistische insteek schuilt echter een veel dieper verhaal. Je leert relatief vroeg dat P-3 aan geheugenverlies lijdt en dat hij hierdoor Sechenov 100% vertrouwt. Pas als de plot zich ontvouwt, beseft P-3 dat Sechenov misschien niet de persoon is die hij dacht dat hij was.
Hoewel het verhaal zelf niet revolutionair is, roept Atomic Heart wel veel interessante vragen op met. Wat betekent het om een vrije wil te hebben? Is het mogelijk om de gedachten van mensen beheersen? Worden wij als spelers gemanipuleerd door het spel? Hoe langer je het verhaal speelt, hoe meer je je afvraagt of je echt de “good guy” bent. Het einde gaat op dezelfde manier. Om spoilers zoveel mogelijk te vermijden: Effectief kan men zeggen dat men aan het einde van Atomic Heart kiest tussen twee kwaden. Wat innhoudt dat geen van deze een “happy end” kennen”. Ook moet ik er wel bij zeggen dat geen van beide aanvoelt als een echt bevredigende afsluiting van het verhaal.
Toch is het grootste probleem met het verhaal de open wereld. Verhaaltechnisch gebeurt daar relatief weinig, en dat is zonde. De spelwereld en alles eromheen ziet er namelijk fenomenaal uit, maar zoals eerder vermeld, is de open wereld in Atomic Heart meer een manier om van punt A naar punt B te komen. Helaas leidt dit ertoe dat het verhaal effectief hapert in de open-wereldpassages, wat onnodig veel vaart uit het verhaal haalt.
Conclusie
Atomic Heart is een spel dat is geïnspireerd op games zoals Bioshock maar ook Wolfenstein, en kent een aantal elementen uit die games die goed worden toegepast in de gameplay. Het is een ambitieuze first-person shooter die zeker een fris windje laat waaien en er ook verdomd goed uitziet. Toch valt het moeilijk te ontkennen dat de game verre van perfect is. Hoofdpersonage P3 is namelijk een nare man en ik heb het gevoel dat sommige delen van de game veel meer potentie hadden. Toch moet ik zeggen dat Atomic Heart iets heeft. Het is een van die games waarbij je urenlang kan klagen over de technische fouten die het kent, maar als je me zou vragen of ik het spel leuk vind? Ik zou dan nog steeds antwoorden met een ja.
Bron: Rowdy Oomen / StarGamers