Dragon Quest is een franchise die al wat jaartjes meedraait. De allereerste game verscheen voor de NES en de MSX in 1986 en was een revolutionaire game voor die tijd. Nu, 32 jaar later, mogen we aan de slag met het elfde deel in de serie. Laten we eens kijken of dit deel ook een nieuwe revolutie in JRPG’s weet neer te zetten!
Dragon Quest XI opent met een dramatische scène die laat zien hoe de stad Dundrasil wordt aangevallen tijdens een stormachtige nacht. Een jong meisje probeert een baby te redden terwijl ze al snel weggespoeld wordt in een rivier te midden van de chaos. Ineens is het 16 jaar later en diezelfde baby is nu een tiener die in een klein dorp woont met zijn adoptiegezin. Op dit moment staat hij op het punt om samen met zijn jeugdvriend een berg op te gaan om de “coming of age” proef (a.k.a. de puberteitchallenge) te voltooien.
Het duurt dan ook niet lang voordat onze hoofdpersoon een hunkering krijgt om de wereld te verkennen. Zodra hij de klim naar de top heeft gemaakt, ziet hij de wijde spelwereld en beseft hij wat hij mist. Daarnaast heeft hij zichzelf een doel gegeven om de grote boze buitenwereld te betreden, en wil hij de aanwijzingen volgen die hem zijn gegeven in een brief van zijn moeder die werd bewaard in de mand waarin hij werd aangetroffen als baby. Al snel gaat hij op zoektocht naar de stad Heliodor om met de koning te spreken.
Dit verhaal heeft als uitgangspunt een tiener die weggaat uit een klein stadje, welke hij nog nooit heeft verlaten, om op zoek te gaan naar avontuur. Dit is niet echt heel bijzonder als het gaat om JRPG’s, maar door de opwindende opening van het verhaal, weet je gewoon dat je weer een interessant avontuur gaat beleven.
Herinneringen aan gort rammen
Dragon Quest XI is een geweldig mooie game, en dit komt voornamelijk door het gebruik van de Unreal Engine 4 die de getekende spelwereld van Erdrea tot leven wekt. De game doet geweldig werk en laat je traditionele bezienswaardigheden zien welke je gewend bent in dit soort games. Van gigantische kastelen, kleurrijke havensteden en grote watervallen tot schilderachtige dorpjes met rieten daken te midden van glooiende heuvels. Buiten het visuele aspect is er ook veel tijd gestoken in andere kleine details. Deze wekken de herinnering op aan de oudere titels, zoals het vertrouwde geluid dat klinkt als je een nieuw gebied binnengaat of wanneer je alle urnen en vaten aan gort ramt.
Hoewel Dragon Quest XI op het oog meer van deze tijd lijkt, keren de meer gedateerde aspecten van het Dragon Quest-universum echter ook terug. Denk hierbij aan het vervelende menusysteem, waamee je teveel handelingen uit moet voeren om iets te verplaatsen of juist te ‘equippen’. Of wat dacht je van de onveranderlijke ouderwetse soundtrack die nooit echt lijkt te veranderen. Ik ben dol op de Dragon Quest-games want het zijn degelijke en goed uitgewerkte RPG’s, maar ze moeten serieus proberen om dingen zo nu en dan los te laten. Het mixen van bijvoorbeeld de soundtrack of op zijn minst meer nummers maken zou mooi zijn, zodat hetzelfde nummer niet zo vaak wordt gebruikt, want dit werkt ongelooflijk op je zenuwen als je steeds hetzelfde deuntje hoort. De Final Fantasy-franchise doet dit bijvoorbeeld geweldig goed en maakt er fantastisch werk van om de traditionele nummers in de mix te gooien. Dragon Quest zou hier veel van kunnen leren als het moderne JRPG’s een beetje bij wil houden.
Surprise
Zoals ik al eerder zei, is de spelwereld van Dragon Quest XI een lust om naar te kijken en de variatie in de spelwereld draagt bij aan deze ervaring. Je zult niet door gigantische lege velden rennen zoals in sommige JRPG’s; in plaats daarvan baan je jezelf een weg door klifgangen, beklim je heuvels, onderzoek je ruïnes en meer. Jammer genoeg vallen de hoeveelheid verzamelobjecten flink tegen. Er zijn wel wat collectibles te vinden maar het is maar mondjesmaat. Je kunt erts delven, op zoek gaan naar sparkling items of je komt vreemde schatkisten tegen, maar dat was het dan ook… De game is niet zo belonend zoals ik gehoopt had, en daardoor ga je ook niet alle hoeken en gaatjes uitpluizen in deze prachtige spelwereld.
Naast dat je met de benenwagen door het landschap van Dragon Quest XI rond kunt huppelen, mag je dit in bepaalde secties ook te paard doen. Hierdoor kun je met hoge snelheden door de spelwereld bewegen, maar helaas wordt dit al snel teniet gedaan door de magische spreuk welke ervoor zorgt dat je kunt Fast Travellen. De optie dat je op een paard kunt rijden is een leuke toevoeging, maar daardoor ook een beetje nutteloos. Naast dat je een paard kunt bestijgen zijn er ook sommige van de monsters die kunt berijden. Als je een monster ziet dat in goud gloeit en deze verslaat, ontgrendel je het als een soort Mount om op rond te rijden. Door het gebruik van deze monsters kun je ook naar onbereikbare plaatsen komen. Zo kun je ineens omhoog klimmen met een monster of juist over een rivier naar een onbereikbaar eiland vliegen. Dit was een leuke verrassing om te zien en dit element zorgt voor net die variatie die de gameplay nodig heeft.
De monsters in Erdrea zijn slimmer dan in eerdere Dragon Quest-titels en ze proberen zich natuurlijker te gedragen. Wat ik hiermee bedoel is dat de monsters de neiging hebben om in groepen te verzamelen alsof ze gesprekken voeren. Als ze je zien proberen ze zich te verstoppen in de omgeving, om je zodoende uit het niets te verrassen met een aanval. Dit is een erg coole touch die bijdraagt aan de immersie in de spelwereld. Zo liep ik in mijn avontuur langs een cactus en ik had geen idee dat zich daar een vijand schuilhield. Ineens duikt er zo’n gedrocht op mijn donder waardoor plotseling het gevecht begon.
Standaard JRPG
Gameplay technisch is Dragon Quest XI vrij standaard te noemen, en de “battle-mechanics” zijn in grote lijnen hetzelfde gebleven in vergelijking met de voorgaande games. Het is en blijft een typisch turn-based RPG, en uiteindelijk vind ik dit lichtelijk een gemiste kans. Kijk bijvoorbeeld naar de boeiende vechtsystemen in games als Final Fantasy XV, Bravely Default of Octopath Traveler. Door het uitkomen van dit soort vernieuwende games hoopte ik misschien stiekem ook op iets meer vernieuwing in de Dragon Quest-reeks. Oke, je kunt jezelf in het midden van een gevecht over het slagveld bewegen, maar het maakt geen reet uit voor je aanvallende of verdedigende vaardigheden en dit gegeven is puur cosmetisch. Je kunt het gevecht nu vanuit verschillende hoeken bekijken, maar ik heb ervoor gekozen om dit uit te schakelen en me aan de automatische camera te houden.
Skills speel je vrij door het uitgeven van skillpoints. Het kost eigenlijk behoorlijk wat moeite om er voldoende te verzamelen om zo de volgende upgrade te kunnen kopen. Je kiest vaardigheden uit een skilltree welke is opgedeeld in het wapen van een personage en op zijn eigen unieke vaardigheden. De manier waarop ze dit hebben gedaan is best goed bedacht, maar ik had liever een grotere skilltree met kleinere stappen willen zien. Nu duurt het te lang om skills vrij te spelen, en dit eindigt in nogal onnodig grinden.
Weinig vernieuwing, toch genoten
Een nieuw element in Dragon Quest is het “Coup de Grace”-systeem. Of ja, nieuw is het niet want dit komt uit de Dragon Quest Heroes-reeks. Door dit systeem kun je personages voor een bepaalde tijd oppeppen, nadat ze damage gedaan of genomen hebben. Personages krijgen zodoende verbeterde stats en ze kunnen hun speciale opgepompte skills combineren met andere groepsleden om zo enorme schade aan te richten (wat ook weer een visueel prachtig plaatje kan opleveren).
Ik heb best genoten van de verschillende soorten gameplay die Dragon Quest XI heeft te bieden. Tijdens mijn reis mocht ik bijvoorbeeld deelnemen aan paardenraces en moest ik bewakers ontwijken. Hoewel de game niet krioelt van de side-quests, worden ze wel op precies de juiste momenten geïntroduceerd en bieden ze een verscheidenheid aan uitdaging in de game. Ik juich deze kleine vernieuwing in de reeks toe, want het is een poging om de boel een beetje op te schudden. Qua speeltijd kun je 100+ uur bezig zijn in deze game, maar als je alleen de main-quest volgt, dan kun je het einde al binnen 20 uur halen. Daarnaast hoop ik ook dat Square Enix in de toekomst iets verder gaan met vernieuwingen in de reeks en hoop ik ook dat ze het simplistische en ouderwetse vechtsysteem op gaan frissen in de toekomst…
Conclusie
Als je een fan bent van JRPG’s, moet je Dragon Quest XI: Echoes of an Elusive Age zeker spelen, of je de eerdere games hebt gespeeld of niet. De prachtige visuals die de game kent worden gecombineerd met alle ouderwetse cliches die we kennen uit de klassieke serie. Het levert in ieder geval een heerlijke ervaring op, met natuurlijk de nodige kanttekeningen. Het is alleen zo jammer dat de ontwikkelaar net niet ver genoeg gegaan is met vernieuwingen in de gameplay, waardoor Dragon Quest XI de modernere JRPG’s niet bij kan benen en aardig achterhaald aan kan voelen.
Bron: Rowdy Oomen / StarGamers