Nadat het ongekend populaire Call of Duty Modern Warfare (nummer 4 in de serie) een nieuwe shooterstandaard had gezet, was het in 2008 uitgekomen vijfde deel –World at War – minder succesvol. Flloyd vond dat persoonlijk een goede game, maar het speelde zich af in de Tweede Wereldoorlog, net op het moment dat iedereen daar juist klaar mee was. Vrijwel elke shooter die de jaren daarvoor uit was gekomen, speelde zich namelijk ergens tussen 1 september 1939 en 2 september 1945 af. Natuurlijk is WO2 één van de heftigste en meest bepalende momenten in de wereldgeschiedenis geweest, maar gamers werden er toen simpelweg mee doodgegooid. Inmiddels zijn we negen jaar en tien call of duty’s verder, en pas nu durft de serie weer de setting van de Tweede Wereldoorlog te omarmen. En dit lijkt precies het juiste moment.
Je kunt Call of Duty een beetje zien als een combinatie van 2,5 games. De single en multiplayer zijn namelijk heel anders qua gevoel, speelstijl en wat ontwikkelaar Sledgehammer ermee wil overbrengen. De singleplayer-campaign speelt zich af op een veel trager tempo dan het online gedeelte. Je vijanden zijn veel minder dodelijk, maar in veel grotere getale aanwezig. Daarom zie ik het als twee losse gedeelten, die samen één game maken. Daarnaast heb je natuurlijk de zombiemodus, waar je met een groep van maximaal vier strijders talloze waves van Nazi-zombies moet overleven en spelenderwijs meer gebieden, wapens en krachten vrijspeelt. Eerst maar even de solo modus onder de loep.
Call of Duty gaat recht voor de feels
Maar lukt dat? Nou, ja, eigenlijk best wel. Iemand omschreef de campaign als een Band of Brothers-achtige ervaring, naar de serie waar je van dichtbij een peloton soldaten volgt (Easy Company!). In de singleplayer draait de oorlogservaring namelijk vooral om pvt. Daniels en zijn compagnons. Daarin zie je hoe de oorlog verbroedert. Ga je als speler van je digitale nieuwe vrienden houden? Niet echt, misschien een beetje van Zussman. Heb ik gehuild toen de oorlog gewonnen was? Nee, ook niet. Toch kan ik me voorstellen dat mensen die minder dood van binnen zijn echt emotioneel geraakt worden door de campaign, want bepaalde heftige momenten worden erg indrukwekkend in beeld gebracht, en vooral van érg dichtbij. Ik ga natuurlijk geen spoilers geven, maar Call of Duty WWII gaat voor de feels en schiet daarin ook raak.
Dat komt deels ook door de prachtige cutscenes, want ik vind echt dat ontwikkelaar Sledgehammer daar de credits voor verdient. De stukjes tussen missies door zijn niet alleen grafisch van grote schoonheid, maar het acteerwerk is ook erg geloofwaardig. Gooi daarbij de uitstekende gezichtsanimaties en het verhalende plaatje is compleet. De graphics van de game zijn sowieso van hoog niveau, al ben ik ook wel eens tegen een onzichtbare muur aan gelopen.
Met de campaign ben je ongeveer acht uur zoet, maar als je alle Trophies wilt verdienen moet je hem waarschijnlijk wel twee keer doorspelen. Er zijn mensen, geloof het of niet, die Call of Duty enkel kopen voor de singleplayer. Dat zou ik niet aanraden, daarvoor is het simpelweg een te korte ervaring, maar het is zéker de moeite waard de campaign door te spelen. Samengevat in één zin: ik vond de verhaalmodus een indrukwekkende beleving met emotioneel belastende momenten.
Bommen en granaten (en vooral veel kogels)
Multiplayer dan, dé reden waarom de meeste mensen Call of Duty spelen. De multiplayer van CoD leunt op één van de snelste speelstijlen binnen het FPS-genre. Dat wil zeggen dat spelers weinig schade kunnen hebben voordat ze omvallen, en wanneer een soldaat eervol gestorven is kan hij binnen een paar seconden weer terug het strijdveld op. Sprintknop in en in no-time kom je weer anderen tegen om het gevecht mee aan te gaan.
Voor gecoördineerd samenspel ben je bij Call of Duty niet aan het juiste adres. Dat haal je misschien nog het meest uit een modus als Capture the Flag waar je medespelers je nog wel eens willen komen beschermen als je de vijandelijke vlag hebt veroverd. Maar de meeste spelers geven over het algemeen toch de voorkeur aan naar voren stormen, hopen dat je wat vijanden overhoop schiet, sterven en weer opnieuw beginnen. Daar moet je van houden.
Inhoudelijk dan. De basis van de uitrusting die je kiest bestaat uit één van de vijf divisies, infantry (de frontliners), airborne (sluipmoordenaars), armored (dikke machinegeweren), mountain (snipers) en expeditionary (up close & personal). Aan de hand van die divisies bepaal je zelf de samenstelling van je bepakking. De game heeft verder negen gamemodi, die vrij standaard zijn, maar voor ieder wat wils.
Helaas helaas helaas, wat het meest opvalt zijn de serverproblemen. De game is nu meer dan een week uit en ik heb nog geen dag gehad dat ik geen gezeik met de verbinding heb gehad. Zeker het eerste weekend was het gewoon vrijwel onmogelijk om in een potje te komen, maar ik heb ook van andere spelers gehoord dat iedereen zweefde of textures niet geladen werden. De problemen zijn misschien verdedigbaar, CoD is gewoon enorm populair en zo net na de release spelen de meeste mensen, maar het leverde wel veel frustrerende momenten op.
Als we even voorbij de verbindingsproblemen kijken, Call of Duty speelt online als vanouds lekker weg. Zoals gezegd is het tempo hoog, maar er is ook niet al te veel poespas aanwezig. In een duel tussen twee spelers is het zo simpel dat degene die het beste richt, overleeft. Er zijn weinig bullshitkills, want dat was een probleem wat ik voorheen vaak met Call of Duty had. Ineens was je dood terwijl je geen vijand gezien had.
Aan de andere kant heb ik er toch wel een beetje moeite mee dat de supersnelle speelstijl je stimuleert om óf z.s.m. je dood tegemoet te gaan, óf te gaan campen en goedkope kills te maken. Gevoelsmatig kom je nooit aan je killstreaks als je het spelletje niet af en toe een beetje laf speelt, maar goed, dat is natuurlijk smaak.
Buiten dat vorige puntje is er weinig aan te merken op de multiplayer. Het is noemenswaardig dat Sledgehammer het bijna onmogelijk heeft gemaakt om te spawnkillen, als je respawnt ben je bijna altijd op veilige afstand van de dichtstbijzijnde vijand. Dat alles maakt van de multiplayer een solide en soepele ervaring, met als grootste minpunt de vele verbindingsproblemen.
BRAAAIIINNNNNaZiZZZZZ
Uiteraard met alle respect, maar het voelt lekker om Nazi’s kapot te schieten. Je wreekt toch een beetje je voorouders door Hitler’s digitale laffe slaafjes uit te dunnen. In de Nazi Zombie-mode krijg je hordes zombies met een hakenkruis-armband op je af. Golf na golf moet je er zoveel mogelijk van je afhouden terwijl je probeert het level steeds verder te verkennen, nieuwe wapens, bepantsering en krachten vrij te spelen en wat puzzeltjes op te lossen. Hoofdmoot is echter om met maximaal drie medespelers zo lang mogelijk te overleven.
Zombiemode is een leuke modus om wat tijd te vertoeven en is daarbij uitstekend geschikt voor toekomstige DLC. In het begin is het makkelijk, maar wave na wave kunnen vijanden meer incasseren en harder en sneller uitdelen, dat geeft steeds meer uitdaging. Nazi-zombies is natuurlijk een klein beetje een gimmick, maar het zit wel uitstekend in elkaar.
Conclusie
Samengevat, de singleplayer is uitstekend, ondanks dat ik heb gelezen dat concullega’s dat niet altijd met me eens zijn. Echter vind ik dat de campaign afwisselend is en veel inspeelt op emoties, en dat indrukwekkend weet over te brengen. Dit is mede te danken aan de prachtige cutscenes. De speeltijd van zo’n 8 uur maakt dit naar mijn mening niet dé reden om de game te kopen. De multiplayer blijft als normaal ook van Call of Duty WWII de kernmode. Online speelt het soepel en snel als altijd, áls je niet wordt geplaagd door verbindingsproblemen that is. Want die zijn er op dit moment nog veel te veel. Geen gezeik? Dan heeft ook deze CoD voor elke shooterfan wel modi en inhoud die kan bekoren. Zombiemode is daarnaast een leuke extra feature en is vooral leuk om te spelen met max. drie vrienden, en ook deze mode zit gewoon goed in elkaar. Alles bij elkaar is CoD WWII een mooi pakket, maar het is niet perfect. In ieder geval ram je met gemak veel game-uren uit deze game.
Bron: Flloyd Hansen / StarGamers