Ken je het gevoel dat het jeukt tussen de benen? Ben je al naar de dokter geweest en weet hij de oplossing ook niet? Grote kans dat je verlangt naar extra kracht tussen de benen: een racemonster met flink wat PK’s. Moet je daarvoor bij Ride 3 zijn of moet je daar toch met een flinke bocht omheen scheuren. Ik heb de game uitgetest op de Xbox One en je leest het hier.
Dodemansrit
Ride 3 is een racegame die je tot op zekere hoogte kan vergelijken met series als Forza of Gran Turismo, alleen dan op een motor (of beter gezegd; tientallen motoren). Je kunt in de game een ritje maken op 230 motoren en je zal er zeker tientallen aanschaffen of verkrijgen tijdens de career mode. Het concept van Ride 3 is vergelijkbaar met de eerder genoemde series: je hebt geen kampioenschap of season mode, maar in plaats daarvan heb je series met een aantal races (vaak 5 stuks).
Een ritje op een motor maken is nog niet zo makkelijk als het klinkt. Je voelt je op een motor een stuk kwetsbaarder dan in een racebak. Snij je een bocht verkeerd aan of heb je lichamelijk contact met een andere rijder, dan wacht het asfalt op je. En laten de overige racers het begrip “persoonlijke ruimte” niet in hun woordenboek hebben staan. Mijn eerste rit in Ride 3 leek op een dodemansrit, maar met wat oefening bleek dat zo’n apparaat beter te besturen is dan het Koninkrijk van België. De tutorials stomen je klaar voor het echte werk, waarna je klaar bent om je eerste podiumplaatsen te veroveren.
Afwisselend…
Elke serie bestaat uit een aantal verschillende onderdelen (vaak 5 stuks). Zo zijn er normale races, races in de nacht, drag races time trials of korte kampioenschappen. In contrast met andere sim-/racegames, zit er opvallend veel variatie tussen de races en series. Met iedere podiumplaats verdien je geld om je garage aan te vullen en verdien je punten om nieuwe series te ontgrendelen. Fans van Forza of Gran Turismo komt dit concept natuurlijk bekend voor.
De races onderling zijn gevarieerd, maar ook de condities van de series helpen hieraan mee. Zo zijn er speciale series voor old school bikes, 125 cc of 250 cc motoren, circuit races of juist series met street races of super motocross races (races waarbij het lijkt of de baanarchitect bezopen was en onnodig veel bochten en heuvels in het circuit heeft gepleurd ter vermaak). Er zijn altijd een aantal series beschikbaar, dus bevalt de ene niet of heb je de juiste motor niet, dan kun je altijd verder met een andere serie.
…en wisselvallig
Behalve dat de gameplay lekker gevarieerd is, geldt dit helaas ook voor de kwaliteit. Ride 3 is een game die de motor in al zijn glorie eert, maar daarbij soms tekort schiet in andere zaken. Zo lijkt er geen pijl op te trekken hoe Ride 3 is opgebouwd. Waar ik de eerste serie met 2 vingers in mijn neus won, had ik in de 2e serie al moeite brons te pakken om vervolgens een paar series later weer eenvoudig te winnen. Tip of advice: koop upgrades als het niet lukt. Grote kans dat je tegenstanders ook hebben geinvesteerd in een betere motor, versnellingsbak of remschijven.
Ook de AI kan wel wat verbetering gebruiken. Het lijkt vaak of ze hun eigen ding doen, strak willen vasthouden aan hun racelijn en schijt hebben aan waar jij rijdt. Start jij naast iemand van wie de ideale lijn vlak voor je ligt, reken maar dat hij je daarvoor opzij drukt. Wat ook opvalt is hoe vaak de top 3 gemakkelijk bij de andere racers vandaan rijdt. Alsof de andere alleen maar als opvulling meedoen, in plaats van ook echt strijd te bieden. Dit is toch verdomme geen showworstelen!
Identiteitscrisis
Nu we het toch over show hebben, dat is iets wat Ride 3 ook wel mist. Iets van een bite, een show, sfeer. Ride 3 voelt een beetje klinisch en het mist iets van presentatie. Het gevoel dat je echt aan een strijd bezig bent of een competitie ontbreekt. Behalve dat de AI soms nep aanvoelt, helpt het ook niet dat enig presentatie ontbreekt. Je kiest je uitdaging, krijgt wat informatie over je motor voorgeschoteld in het laadscherm (die overigens best wel wat tijd vergt), speelt een paar minuten een race en vervolgens ga je naar de volgende uitdaging. Als je tussen iedere race weer een tijdje naar hetzelfde laadscherm zit te kijken en je tussen de series weer een nieuwe motor moet kopen en opvoeren, dan haalt dat het tempo uit de game. Lange laadtijden zijn een stuk beter te doen als je vervolgens bezig bent met een race van bijvoorbeeld 15 rondjes.
Het lijkt een beetje of Ride 3 in een spagaat zit tussen een sim- en een arcade race. De variatie is tof en de verschillende uitdagingen ook, maar het voelt best arcade aan op die manier. De moeilijkheid, de noodzaak om je motor te tunen, de assists die je aan of uit kan zetten en het goed uitbalanceren van je motor bij bijvoorbeeld drag races, geven juist dat sim gevoel. En vaak botsten die twee werelden voor mij. Als ze me een kampioenschapsmode (sim) hadden gegeven waar je kan tunen en een challenge mode (arcade) waar je een vaste motor krijgt passend bij de uitdaging (zonder te hoeven tunen) had je mij daar meer een plezier mee gedaan.
Een motorbende aan content
Begrijp me niet verkeerd, de gameplay voelt goed maar het voelt ook erg arcade. De races duren vaak slechts enkele minuten en een groot deel van het sim-racen heb ik daardoor gemist. De endurance races hadden daarvoor een prima gelegenheid kunnen zijn. Deze zitten echter verstopt in de 5e reeks met uitdagingen. Voordat je daar bent aangekomen heb je al zo’n 200 uitdagingen gespeeld en daar ben je wel even zoet mee. En voor mij zijn races waar pitstrategie of bandenkeuze uitmaakt een deel van het plezier. Dat is het nadeel als je enorm veel diverse content in een game stopt: uiteindelijk proef je van alles maar een beetje of heb je geen tijd om alles te waarderen voor wat het biedt.
Naast de career mode ben je nog niet klaar met de game. Je kunt natuurlijk ook de gebruikelijke modes verwachten: Quick Races, Time Attack, etc. Zelfs drag races zijn van de partij. Verder is er iedere week weer een nieuwe uitdaging te spelen. Kun je je eigen paint sprays maken voor je motor (livery editor) en deze online delen of online een match spelen. Ride 3 is al met al een flinke complete en veelzijdige game.
Phd. in bestuurskunde
Nadat je een tijdje hebt doorgebracht in de career mode (en je verplicht een aantal motoren hebt uitgeprobeerd) merk je dat die apparaten toch best lekker besturen. Natuurlijk is het vrij pittig als je racewagens gewend bent, maar het verschil tussen een Supercross motor of een echt circuitmonster is duidelijk te merken. Het is een genot om te bedenken dat je zo’n 230 stuks kan uitproberen in Ride 3. Dit aspect, samen met de veelzijdigheid en circuits maken de game tot een genot voor puristen.
Grafisch gezien zit het best aardig in elkaar, maar de grootmachten in het genre hebben hierin wel een flinke voorsprong. Het grafisch geweld wat een Forza of Gran Turismo op het scherm tovert, in ongeëvenaard. Dat is misschien Ride 3 haar grootste probleem. Op weinig vlakken steekt het echt boven de concurrentie uit, waardoor er weinig reden is voor liefhebbers van het racegenre om voor Ride 3 te kiezen.
Conclusie
Vrouwen komen van Venus en motormuizen komen van Mars. Ride 3 heeft flink wat in haar mars wat betreft content en veelzijdigheid. De career mode neemt je mee naar circuits, supercross races en wedstrijden op landelijke wegen. Daarmee is Ride 3 een game waar je je niet mee hoeft te vervelen. Het is werkelijk genieten van de uitdaging en de veelzijdigheid van Ride 3. De liefhebber zal zeker plezier hebben van de honderden motoren die in het spel zitten. Echter is er stevige concurrentie in het racegenre. De aankleding van het Ride 3 is matig en op sommige momenten lijkt het in een identiteitscrisis te zweven tussen een arcade of simulatiegame. Het voelt soms alsof de context voor de gameplay mist en je een reeks uitdagingen aan het afwerken bent in plaats van een career aan het opbouwen. De moeilijkheid gaat gedurende het spel ook alle kanten op in plaats van dat het stukje bij beetje wordt opgebouwd. Mocht je daar doorheen kunnen kijken, dan heb je in Ride 3 ook een game die een hoop goed doet.
Bron: Stephan Stuij / StarGamers